Jan Beutener

WATER VAN GLAS

Ella Reitsma 

Achterin, onder het orgel, heb je het beste zicht op de monumentale glazen wand van Jan Beutener, die de kerkruimte in tweeën deelt. De grijze, groene en doorzichtige vormen op het glas lijken tussen de vloer en de balken van de zoldering voortdurend in beweging. Beuteners kunstwerk is wel aanwezig maar dwingt geen aandacht af, en het tast de architectuur van Friethoff op geen enkele wijze aan. Het is speels en verrassend en voegt zich op een bijna vanzelfsprekende manier naar de kerkruimte. Ook omdat de wand gedeeltelijk doorzichtig is en in het glas de vormen van zuilen, ramen en balken worden weerkaatst. 

De wand van Jan Beutener bestaat uit driemaal zeven vlakken, heeft een hoogte van iets meer dan tien meter en is ruim zeveneneenhalve meter breed. Het daglicht, dat via de smalle, hoge ramen van de kerk naar binnen valt, doet de kleur van de golvende vormen op het glas 
telkens veranderen. Bovenaan is het glas het meest transparent en lijken de vormen beweeglijker en meer ongrijpbaar. Omdat beneden de vormen groter en heel uitgesproken zijn – ze lijken als het ware met een schaar uitgeknipt- en daar het meeste daglicht komt, wordt je oog als vanzelf omhoog, naar het licht getrokken. 

Dan herken je in de golven en golfjes plotseling water dat rimpelt en schittert, maar dan weer dofgrijs wordt omdat er een wolk voor de zon drijft. Je ziet nooit hetzelfde. Lopen er mensen op de eerste verdieping, dan gaan de bewegende schimmen een spel aan met het grijsgroene water van glas.  Het maakt het kunstwerk nog levendiger. Soms glinsteren partijen helder op en zijn andere matgroen, bijna zwart. Beutener gebruikte geen gewoon glas, maar acht millimeter dik, groen getint gehard glas uit Frankrijk, waarop hij aan beide kanten vormen liet zandstralen. 

[ uit: Over de transformatie van de Emmakerk tot kerkelijk centrum de Bron, 1999, door het Amsterdams Fonds voor de Kunst in samenwerking met de Bron. ISBN 90-803367-5-0 ]